Leroy (44) woont in Oost. Hij mediteert twee keer per dag een uur en eet elke avond in een ander buurthuis. “Ik ben meerdere keren psychotisch geweest en heb ongeveer zes opnames gehad. Psychiaters zeiden eerst dat ik paranoïde schizofrenie heb, nu hebben ze het vooral over een persoonlijkheidsstoornis.”
Verliefdheid
“Toen ik op mijn 19e verliefd werd, werd ik voor het eerst warm vanbinnen. Tot die tijd was ik vanbinnen dood en voelde ik niets. Het zou leuk moeten zijn om verliefd te zijn, maar ik kreeg kortsluiting. Ik had me altijd op mezelf gericht en moest me opeens in een ander verplaatsen. Dat vond ik lastig. Ik werd overspoeld door emoties en draaide door. Ik kreeg een psychose en werd opgenomen in de kliniek van het AMC.
Van kinds af aan heb ik veel verantwoordelijkheid gehad, maar op mijn 19e werd die last me te veel. Ik kreeg negatieve gedachtes over mezelf én anderen. Ik wilde het meisje waarop ik verliefd was slaan, maar deed het niet. Voorheen was ik altijd maar doorgegaan. Nu begon ik me van alles af te vragen: waarom werkte ik zo hard op school? Waarom deed ik zo mijn best met sport? Het antwoord: ik wilde gezien worden.”
Overlevingsmodus
“Mijn vader maakte mijn moeder zwanger en deed daarna of zijn neus bloedde. Twee jaar terug is hij overleden. Toen zag ik voor het eerst een foto van hem. Ik ben geboren op Curaçao, maar ging als 3-jarige met mijn moeder naar de Bijlmer. Ik herinner me nog dat we moesten verhuizen omdat ze de huur niet had betaald. We gingen toen wonen bij een zus van mijn moeders vriend.
Mijn vader had ook zoons die ik niet ken. Mijn moeder heeft nog twee dochters. Een van deze zussen spreek ik soms. Met mijn moeder heb ik ook contact. Al is dit weleens beter geweest. Ze denkt anders over het leven dan ik en wil dat ik bepaalde dingen doe. Ze is nieuwsgierig, maar ik wil niet dat ze zich met mij bemoeit. Als kind was ik eigenlijk de man in huis. Ik besef nu dat ik constant in de overlevingsmodus stond. Meestal letten ouders eerst op hun kinderen en begeleiden ze hen daarna naar zelfstandigheid. Dat heb ik nooit gehad. Ik moest alles zelf uitzoeken.
Mijn moeder was best fel. Daar was ik een beetje bang voor. Ze was kil. Ik denk dat zij ook geen warmte van haar moeder heeft gekregen. Waarschijnlijk gaat die kilheid generaties terug tot aan de slavernij: tot slaaf gemaakten werden niet geacht gevoelens te hebben.”
Paranoïde schizofrenie
“Ik heb mbo bedrijfsadministratie gedaan. Maar na mijn stage wist ik dat dit werk niets voor me was. Overigens was ik toen al psychotisch en zei ik rare dingen, zoals dat de maffia me achtervolgde. Sindsdien heb ik niet meer gewerkt, terwijl ik vóór mijn 19e bijna alles aanpakte: vliegtuigeten inpakken, schoonmaken.
Inmiddels ben ik meerdere keren psychotisch geweest en heb ik ongeveer zes opnames gehad. Psychiaters zeiden eerst dat ik paranoïde schizofrenie heb, nu hebben ze het vooral over een persoonlijkheidsstoornis. Ik krijg geregeld een ander label. Volgens mij ben ik mede door paniek psychotisch geworden. Mijn pillen remmen de werking van een stofje in mijn hersenen, waardoor ik minder voel. Medicatie remt veel, maar niet alles. Onlangs ging het mis en sloeg ik door. Stress was de trigger. Ik werd opgenomen.”
Buurthuizen
“Na mijn opname ben ik de dagbehandeling bij de kliniek in de Eerste Constantijn Huygensstraat gaan doen. We koken en lunchen samen, we praten over zingeving. Ik ga erheen vanaf mijn huis in Oost. Twaalf jaar heb ik begeleid gewoond, maar inmiddels woon ik al twaalf jaar op mezelf in de Indische Buurt. Kom ik mijn buren op straat tegen, dan praten we. Ik haal groenten en fruit op de Dappermarkt en wandel in het Flevopark.
Een aantal van mijn oude vrienden heb ik nog steeds. Sommige familieleden die ik vroeger wekelijks zag, komen nu niet meer. Dit voelt als verraad. Hoewel ik het liefst thuiszit, eet ik elke avond in een ander buurthuis, zoals De Gravin in de Schinkelbuurt en De Buren in Osdorp.
In Amsterdam zijn gelukkig veel projecten om je staande te houden. Ik ga bijvoorbeeld naar luistergroepen, een initiatief van kerk en psychiatrie, waarbij deelnemers verhalen delen. Ik was altijd goed in sporten, maar na mijn eerste psychose kreeg ik daar steeds negatieve gedachten over mezelf bij: ‘Je bent een sukkel’, ‘Je moet dood’. Ik ben er toen mee gestopt, maar ga het nu weer oppakken. Fietsen, bootcampen, misschien ook kickboksen. Een goede psycholoog zei ooit dat ik de negatieve gedachten in mijn hoofd niet serieus moest nemen, want ze komen en gaan. Sindsdien kan ik die gedachten beter naast me neerleggen.”
Meditatie
“Meditatie helpt me ook. Ik mediteer twee keer per dag, een uur ‘s ochtends en een uur ‘s avonds. Het maakt de last die ik draag lichter en helpt me in het moment te blijven. Door de antipsychotica staat mijn gevoel uit, maar toch voel ik soms warmte als ik mediteer. Ik merk dat ik minder kil word.
Op dit moment heb ik nog pillen nodig om mijn gevoel te dempen. Als ik nu met medicatie zou stoppen, kan het zijn dat ik mijn gedachten uitvoer en gekke dingen ga doen. Maar uiteindelijk hoop ik wél te kunnen stoppen, zodat ik die stip op de horizon kan bereiken: ik wil de warmte die ik op mijn 19e voelde weer voelen. Niet eventjes, maar langer. Ik wil tot leven komen zonder dat het uit de hand loopt. Relaties vind ik nog best eng. Uit angst gekwetst te worden, durf ik me niet open te stellen. Ik hoop dat ik dit ooit toch zal durven.”