Joris (31) woont in Amsterdam-West. Hij is reislustig en staat graag in de keuken, vooral om te bakken. “Op mijn 21e kreeg ik mijn eerste psychose. Al mijn vrienden waren zich aan het ontwikkelen, terwijl ik me bezig moest houden met medicatie, doseringen en bijwerkingen. Rond je 20e is dát het laatste wat je wilt.”
Droom
“Ik droom van een eigen bakkerijtje met suikervrije lekkernijen, die deels vegan en glutenvrij zijn. Het lijkt me geweldig als mijn taarten, koekjes en cakes een begrip in Amsterdam worden. Ik denk echt dat dit erin zit. In 2022 had ik een bedrijfje in lekkers dat ik had gezoet met gedroogd fruit: Suikervrije Lekkernije. Mijn citroencake met gele rozijnen en andere creaties verkocht ik op de Lindengrachtmarkt. Elke week uitverkocht! Er is behoefte aan lekkernijen zonder ‘gewone’ suikers.
Om mijn droom te kunnen realiseren moet ik eerst aan mezelf werken en een basis creëren, zodat ik daarna duurzame stappen kan zetten. De laatste twee jaar ben ik zeven keer opgenomen. Een gemiddelde opname duurt twee tot drie maanden. In totaal ben ik twintig keer opgenomen geweest, onder meer in de kliniek in de Eerste Constantijn Huygensstraat.
Van mijn 25e tot 29e woonde ik in De Baarsjes, waar ik ook een thuisbakkerij had. Omdat de buren last hadden van mijn ontregelingen, verloor ik mijn huis. Sindsdien woon ik in Oud-West, onder begeleiding van zorgorganisatie Cordaan. Ik ben gehecht geraakt aan West, maar kom oorspronkelijk uit de Nieuwmarktbuurt. Wat er later in mijn leven is gebeurd, is niet een-op-een te herleiden naar mijn jeugd. Maar het heeft er misschien wel mee te maken.”
Hartaanval
“Mijn vader was arts. Op mijn 3e verhuisden we voor zijn werk naar Noord-Engeland. Op 5 februari 2000 stierf hij waar ik bij stond aan een hartaanval. Mijn vader was toen 48, ik 6. Na deze traumatische gebeurtenis zijn we halsoverkop teruggegaan naar ons oude huis in Amsterdam en pakten we ons leven weer op.
Iedereen in ons gezin ging anders om met de nieuwe situatie. Ik was de eerste maanden in mezelf gekeerd. Gelukkig sleepten mijn vriendjes op school me daar doorheen. Mijn moeder was heel emotioneel. Mijn broer had bepaalde problemen die toen op de voorgrond kwamen – welke dat waren weet ik niet meer.
Helaas heb ik toen iets in mezelf gecreëerd van ‘met mij moet het goed gaan’. Ik verborg mijn pijn en bleef lachen. Dit deed ik om te voorkomen dat ons gezin zou instorten. Een onrealistisch idee, toch voelde het zo. Mijn moeder heeft lang geloofd dat het goed met me ging. Na mijn tussenjaar werd duidelijk dat dit niet klopte.”
Antropologie
“Na het vwo ben ik onder meer vier maanden gaan backpacken in Marokko. Wildkamperen, surfen bij Taghazout, de hoogste berg van het Atlasgebergte beklimmen. Geweldig! Al kon ik me soms opeens vaag ongelukkig voelen. Na enkele dagen knapte ik dan weer op. Deze stemmingswisselingen had ik eerder ook al gehad, maar in Marokko viel het me echt op.
Terug in Amsterdam ging ik naar een psycholoog en begon ik aan een universitaire studie antropologie. Ik haalde hoge cijfers, maar had soms het idee dat mijn kennis en motivatie door mijn vingers glipten. Ik veranderde dan in een angstige zombie. Mijn moeder heeft toen advies gevraagd bij een bevriende arts, die aanraadde om ‘dit zo snel mogelijk de kop in te drukken’. We gingen naar de huisarts, waar ik compleet instortte. De dag daarna zat ik bij een psychiater. Twee weken later slikte ik de hoogste dosering antidepressiva.”
Zijspoor
“Vanaf daar is het van kwaad tot erger gegaan. Ik belandde in een fuik van wisselende pillen en psychiaters. Al mijn vrienden waren zich aan het ontwikkelen, terwijl ik me bezig moest houden met medicatie, doseringen en bijwerkingen. Ik zat op een zijspoor. Rond je 20e is dát het laatste wat je wilt.
In het begin voelde ik me steeds om de twee weken heel slecht. Die periodieke depressies van enkele dagen zijn later omgeslagen in langdurige depressies. Op mijn 21e werd ik voor het eerst opgenomen: mijn eerste psychose. In de psychiatrie is dan het hek van de dam: je krijgt dan zware medicatie, antipsychotica.
Bij een psychose kom je in een andere realiteit en redeneer je op een manier die jij alleen begrijpt. Ik krijg dan ook iets manisch: véél energie, grootheidswaan. Bij de meeste mensen zie je een psychose aankomen, maar bij mij niet. Ik kan heel snel, soms binnen drie dagen, compleet ontregelen. Bijvoorbeeld door stress of slaapgebrek. Het voordeel is dat ik ook snel weer opknap.
In onze familie komen psychoses voor. Ik zal best een bepaalde aanleg hebben, maar volgens mij ben ik te snel in de psychiatrie beland. Met meer tijd en ruimte in het begin, en de juiste therapie, had ik nu meer mogelijkheden gehad.”
Vondelkerk
“Met mijn moeder is het contact nu goed, maar er waren ook periodes waarin we elkaar niet zagen omdat er te veel opspeelde. Mijn broer zie ik niet meer. Momenteel heb ik weer een vriendin. Ik ken haar uit de psychiatrie. We begrijpen elkaar. Dat zorgt voor een band. Een deel van mijn oude vrienden heb ik nog steeds. Daarnaast heb ik nieuwe vrienden in de psychiatrie én Vondelkerk gemaakt. Sinds kort volg ik daar elke zondag de internationale dienst. Ik voelde direct dat ik in deze community open kon zijn over mijn problemen en dat mijn verhaal er mocht zijn.
Ik ben handig in de keuken en kook graag voor vrienden. Vaak ga ik dan eerst naar De Volkskruidentuin in de Kinkerstraat. Ik vind Amsterdam nog steeds leuk. Al mis ik het rauwe randje van vroeger. Iedereen probeert nu apart en creatief te zijn, maar ondertussen lijken veel mensen op elkaar.”
Eeuwige optimist
“Ik ben nu zo’n anderhalve maand opnamevrij. Voor mijn gevoel heb ik inmiddels meer grip op mijn leven. Ik woon begeleid in de Borgerstraat, maar wil op den duur zelfstandig wonen. Ik val nog onder de zorg van een ambulant zorgteam, met de psycholoog ervan werk ik nu aan mijn slaapproblemen. Samen proberen we meer rust en een stevigere basis te creëren. Dat bedrijfje komt dan ooit wel. Ik sta bekend als ‘een eeuwige optimist’. Als alles tegen lijkt te zitten, ga ik er juist voor. Tijdens mijn tussenjaar had ik in een Marokkaans woestijndorpje een bromfiets uit de jaren 70 gekocht. Hiermee wilde ik van het zuiden over het Atlasgebergte naar het noorden reizen. Iedereen zei dat dit onmogelijk was, maar het is mooi wél gelukt.”