Harrison (63): ‘Het is mijn lot dat ik ben zoals ik ben’

Harrison (63) woont in Amsterdam-Oost. Hij houdt van reggae en salsa, films en zijn tropische vissen. “Ik heb psychoses gehad, je wordt dan opeens een heel ander persoon. Het is eng als je niet meer op jezelf kunt vertrouwen.”

Terugval
“Op 11-11-2011 zouden we gaan trouwen, maar in februari 2011 werd ik opgenomen. Mijn vriendin kwam toen naar de kliniek in Oud-West en zei dat het beter was om de relatie te beëindigen. Ik wist niet wat ik hoorde: ik heb een terugval en jij zegt dít? Sindsdien hoef ik geen vrouw meer.

Ik ben zeker twintig keer opgenomen geweest. In crisissituaties krijg je pilletjes of word je even in een cel gezet om jezelf en andere mensen te beschermen. Ben je weer rustig, dan kun je gaan. Psychiaters en psychologen zeggen dat ik soms te veel prikkels krijg, maar volgens mij is het iets buitenaards. Ik word bestuurd door bepaalde geesten. Mensen die ook opgenomen zijn, herkennen dat: we spreken dezelfde taal.”

Leegte
“Ik woon sinds 1979 in Amsterdam, maar ben opgegroeid op Curaçao. Er was toen nog niets aan de hand. Ik blonk uit op school. Mijn vader verwekte acht kinderen bij mijn moeder en vijf bij andere vrouwen. Een halfzusje woont in Nederland, de rest zit nog op Curaçao. Ik heb met niemand contact behalve met mijn moeder. De laatste tijd bel ik haar vaak. Dat is fijn. Ik heb veel respect voor haar én andere vrouwen. Vrouwen zijn gevoeliger dan mannen.

Mijn vader was erg op zichzelf, maar hield van dansen. Hij overleed op z’n 78e aan diabetes. Ik ben naar Curaçao geweest en heb hem zien sterven. Mijn vader was mijn beste vriend. Zijn dood zorgde voor een grote leegte in mij. Ik heb geen vrienden nodig. Ik heb één goede vriend en dat is genoeg. We zijn ruim veertig jaar vrienden. We begrijpen elkaar zonder te praten. Ik ken hem uit Curaçao.”

KLM
“Op mijn 18e verliet ik Curaçao en vertrok ik naar Nederland. Ik ben meteen gaan werken als productiemedewerker. Daarna heb ik verschillende baantjes gehad en studeerde ik ‘s avonds werktuigbouwkunde. Na mijn studie begon ik bij KLM en maakte ik vliegtuigmotoren. Maar de zware pillen die ik gebruikte – lithium, antipsychotica – maakten me suf. Ik was bang om fouten te maken. Stel je eens voor dat een motor kapot zou gaan en het vliegtuig zou neerstorten! Ik nam ontslag.
Met hulp van de gemeente liet ik me omscholen en vond ik nieuw werk. Vijf jaar werkte ik aan elektrische fietsen. Omdat ik geen vast contact kreeg, moest ik in 2014 vertrekken. Sindsdien werk ik niet meer. Ik mis het: als je werkt, ontwikkel je je. Werk is onderdeel van je identiteit.”

Psychoses
“Ik ben iemand met twee kanten. Ik ben erg op mezelf en heel serieus. Soms ben ik boos dat ik mijn leven niet op de rit kan krijgen. Ik heb mijn dochter al zo’n acht jaar niet gezien. Ooit heb ik haar een kaart gestuurd, een mooie met een bloem. Geen reactie. Dat komt keihard aan. Waar ze nu is, weet ik niet.

Sinds drie jaar woon ik in Oost. Ik ben opgenomen in Kliniek Sporenburg. Misschien ga ik daarna begeleid wonen. Voordat ik hier kwam, woonde ik in De Baarsjes. Ik ben blij dat ik daar weg ben. Ik kon daar niet meer leven. De buurt kende me. Steeds werd ik opgenomen. Politie voor mijn deur, de ambulance. Mensen vinden dat niet normaal. Mafkees, denken ze. Maar ik kan er niets aan doen dat ik ben zoals ik ben. Het is mijn lot.

Ik heb psychoses gehad. Hoe dat is, weet je pas als je het zelf meemaakt. Bij een psychose word je opeens een heel ander persoon. Het kan eng zijn als je niet meer op jezelf kunt vertrouwen. Mensen die mij goed kennen, weten wanneer het de verkeerde kant opgaat en ik te actief ben. Als ik vóór tien uur ‘s ochtends ergens ben, weten ze dat ik manisch ben. Ik weet nu dat alcohol niet samengaat met mijn medicijnen. De mix brengt me uit balans. Ik ben geen alcoholist, maar dronk soms een biertje. Sinds vorig jaar drink ik geen alcohol meer.”

Tropische vissen
“Bij Sporenburg geven ze me mijn medicijnen, controleren ze mijn bloed en hebben we gesprekken. Ik heb de mooiste kamer van de kliniek. Ik luister graag naar salsa, reggae en gospel en kijk veel films. Vanaf Sporenburg loop ik overal heen en kan ik bij de Jumbo een verse pizza halen. Amsterdam is speciaal; 24 uur per dag is er wat te beleven. Als je alleen bent, is het goed om in de drukte te wonen.

In Amsterdam is het OV ook goed. Vanaf Sporenburg ben ik met de tram binnen een half uur in de kliniek op de Eerste Constantijn Huygensstraat. Toen ik uit mijn huis in De Baarsjes moest, kon ik mijn vissen niet meenemen.

Mijn aquarium met vissen staat nu in deze kliniek. Elk weekend verzorg ik daar mijn tropische vissen. Tropische vogels en vissen zijn de mooiste wezens die God heeft geschapen. Voor vogels heb ik geen tijd, voor tropische vissen wél. Ze betekenen veel voor me.”