Artikel Parool verwarde buitenlanders: ‘Elke patiënt is een puzzel’
Jaarlijks belanden honderd verwarde buitenlanders bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam. Herstellen kunnen ze het best in eigen land, maar hoe krijg je ze daar? ‘Elke patiënt is een puzzel.’ Lees hier het artikel van Job van Kempen uit het Parool van 26 maart.
Een ingewikkelde casus? Jessica Vrakking, manager bedrijfsvoering van de psychiatrische kliniek op de Eerste Constantijn Huygensstraat (Mentrum), kent er wel een. De man die vier maanden in de kliniek verbleef zonder dat zijn naam bekend was, bijvoorbeeld. Hij werd binnengebracht door de politie. Geschatte leeftijd: vijftig jaar, maar hij had geen enkel document bij zich. Aanvankelijk sprak hij niet, hij brabbelde. Na verloop van tijd begon het gebrabbel op Spaans te lijken. Zijn favoriete onderwerp leek het katholieke geloof.
“Toen hebben we contact gezocht met een Spaanse geestelijke,” zegt Vrakking. Die stelde echter vast dat de man Italiaans prevelde. Naarmate de behandeling vorderde, raakte de man minder verward. Met medewerking van het Italiaanse consulaat in Amsterdam kwam stukje bij beetje meer informatie los.
Het bleek te gaan om een vermogende Italiaan die in eigen land al twee jaar spoorloos was. Zijn familie hield rekening met zijn overlijden. Er was al voor zijn verdwijning een bewindvoerder aangewezen, omdat de familie vreesde dat anderen door zijn mentale toestand misbruik zouden maken van het vermogen. De man was ook in Italië bekend als psychiatrisch patiënt. Aangezien herstellen meestal beter gaat in de eigen omgeving, werd hij gerepatrieerd. Met een ambulance keerde hij terug naar Noord-Italië, na een verblijf van acht maanden in de Amsterdamse kliniek.
EENVOUDIGE BAAN
Ook de Indiër die elke vier maanden opnieuw in crisis binnenkwam in de kliniek is een verhaal op zich. De man verbleef al tien jaar in Amsterdam, maar het is altijd onduidelijk gebleven wat hij hier deed en hoe hij er gekomen was. Hij had geen werk, geen inkomen en woonde bij een oom, zei hij. Maar of dat een echt familielid was, is ook na grondig onderzoek nooit duidelijk geworden.
Om het patroon van opeenvolgende crisissen te doorbreken werd bekeken of de Indiër niet beter terug kon naar India. Een ziekenhuis in New Delhi bleek na inspectie door een Amsterdamse verpleegkundige goed genoeg om de zorg te continueren. De man had familie in India die graag wilde dat hij terugkwam. “Met een van onze medewerkers is hij teruggevlogen,” zegt Vrakking. “Na drie maanden kregen we een bericht van z’n familie dat hij zelfs een eenvoudige baan had en gelukkig was. Dat zijn de succesverhalen.” Isoleercel In de kliniek buigen drie verpleegkundigen van het zogenaamde transferteam zich dagelijks over de puzzel die elke buitenlandse patiënt is. Een repatriëring is de psychiatrische variant van de gipsvlucht, maar daardoor veel gecompliceerder.
Voor de vaak complexe puzzel heeft het transferteam een uitgebreid netwerk van ambassades, consulaten, bevriende buitenlandse ziekenhuizen en buitenlandse zorgverzekeraars. Alleen als het transferteam in het land van herkomst een goed ziekenhuis of een geschikte psychiatrische kliniek vindt, is repatriëring een optie. Mocht een Bulgaarse kliniek patiënten permanent in een isoleercel plaatsen, dan vindt er geen repatriëring plaats. Bij twijfel gaat een Amsterdamse hulpverlener ter plekke kijken.
Een andere voorwaarde voor repatriëring heeft te maken met de patiënt zelf: die moet toe zijn aan de reis. Voor mensen met intense angsten kan de reis met vliegtuig of trein te inspannend zijn.
NACHTJE SARDINIË
Meestal reist een familielid van de patiënt mee van Amsterdam naar het land van herkomst. Als dat niet kan, gaat een verpleegkundige van de kliniek mee. Leuke bijkomstigheid: wie met een patiënt naar Sardinië reist, mag bij het ontbreken van een directe terugvlucht een nachtje op het eiland verblijven.
Het gros van de buitenlandse patiënten bestond in 2018 uit Duitsers, Engelsen en Amerikanen, maar bijna alle nationaliteiten komen langs. Tussen de patiënten die ‘aanspoelen’ op de Eerste Constantijn Huygensstraat, zijn waarschijnlijk ook mensen die illegaal in Amsterdam verblijven. Samenwerking met de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) is er echter niet. Medische hulpverlening staat los van het immigratiebeleid. Een andere bijzonderheid van de buitenlandse crisispatiënten is dat niet iedereen
verzekerd is. Zodoende maakt de kliniek jaarlijks zo’n 700.000 euro zorgkosten die niet worden vergoed. Via het Centraal Administratie Kantoor (CAK) biedt de Nederlandse overheid uitkomst.
Wat het werk leuk maakt? “De dankbaarheid,” aldus Vrakking. “De familie is vaak dolblij als ze na een lange periode van onzekerheid weten waar hun geliefde is. Soms krijgen we na repatriëring post van familie of patiënten. Een Japanse patiënte bedankte ons voor de goede zorg. Dat is ook weleens leuk, want niet met elke psychiatrische patiënt loopt het goed af, helaas.”
MEER BUITENLANDSE PATIËNTEN
De kliniek Eerste Constantijn Huygensstraat (Mentrum) in Amsterdam krijgt steeds meer buitenlandse patiënten. In 2002 ging het om 6,5 procent van de gevallen, in 2018 om 16,6 procent. In absolute aantallen nam het aantal buitenlanders toe van 26 naar 96. Er is geen eenduidige reden waarom buitenlanders in Amsterdam in crisis raken. Soms zijn drugs de oorzaak, want de Nederlandse cannabis is veel sterker dan de softdrugs elders. Maar ook zonder verdovende middelen kan een sluimerende psychose of een andere stoornis ontluiken. Verder is bekend dat de grote stad meer mensen met problemen trekt dan het platteland. De toename heeft waarschijnlijk te maken met mondiale veranderingen. Amsterdam is internationaler geworden – er wonen meer expats – en reizen is voor meer mensen weggelegd. Vanwege de gestage toename van buitenlandse crisispatiënten heeft de kliniek sinds 2010 een transferteam dat zich onder meer richt op repatriëringen. Soms overtreffen buitenlanders het aantal Nederlanders in de kliniek. In februari 2017 waren 12 van de 20 intensive-carebedden bezet door patiënten van buiten Nederland. Aangezien psychiatrische bedden schaars zijn, leidt dat er soms toe dat Amsterdamse patiënten moeten uitwijken naar crisisbedden buiten de stad.